Overdrachtsbelasting

TARIEVEN OVERDRACHTSBELASTING INGAANDE 1 JANUARI 2023

Kopers van 18 tot 35 jaar betalen éénmalig geen overdrachtsbelasting bij aankoop van een eigen woning (hoofdverblijf), hierna te noemen: “startersvrijstelling”. Dat maakt de aankoop van een eigen woning voor hen een stuk goedkoper. Deze startersvrijstelling geldt alleen als de woning niet meer waard is dan €440.000,00 (per 1 januari 2023 is deze woningwaardegrens verhoogd van 
€ 400.000,00 tot € 440.000,00). Daarnaast is per 1 januari 2023 de belasting op de overdracht van niet-woningen en van woningen die niet worden gebruikt voor langdurige eigen bewoning, worden verhoogd van acht procent (8%) naar tien en vier/tiende procent (10,4%). (zie ook onder pagina Nieuws & Tips).

Kopers van 35 jaar of ouder die in de woning gaan wonen, betalen twee procent (2%). Beleggers gaan tien en vier/tiende procent (10,4%) betalen. De overheid wil met deze maatregelen starters en doorstromers meer kansen geven op de woningmarkt. 

Het moment van overdracht bij de notaris is bepalend, niet het moment van ondertekening van de koopovereenkomst. De vrijstelling geldt dus wanneer de overdracht van een woning bij de notaris plaats vindt op of na 1 januari 2021 en koper niet eerder heeft gebruik gemaakt van deze vrijstelling. 

TARIEF OVERDRACHTSBELASTING VOOR WONINGEN STRUCTUREEL NAAR TWEE PROCENT (2%) 

Het tarief voor de overdrachtsbelasting werd met ingang van 15 juni 2011 tijdelijk verlaagd van zes procent (6%) naar twee procent (2%). Deze tijdelijke maatregel zou op 1 juli 2012 aflopen, maar in het Begrotingsakkoord 2013 is besloten om het tarief van de overdrachtsbelasting structureel naar twee procent (2%) te verlagen.

De verlaging van de overdrachtsbelasting is van toepassing op alle woningen. Voor bedrijfspanden met een gedeeltelijke woonfunctie, mag de verlaging voor het woondeel worden toegepast.

TERMIJN OVERDRACHTSBELASTING (VOOR WONINGEN EN NIET-WONINGEN)

Als een bestaande onroerende zaak wordt aangekocht is overdrachtsbelasting verschuldigd. Bij doorverkoop van dezelfde onroerende zaak is de koper ook overdrachtsbelasting verschuldigd. Bij doorverkoop binnen zes (6) maanden na de eerdere verkrijging, wordt de grondslag voor de heffing van overdrachtsbelasting verlaagd met de grondslag bij de eerdere aankoop. Koper betaalt dan alleen overdrachtsbelasting over de meerwaarde van het registergoed.

In de koopovereenkomst kan echter worden afgesproken of koper dit voordeel wel of niet aan verkoper vergoedt. Indien hierover tussen verkoper en koper niets wordt afgesproken dan heeft koper namelijk volgens de wet recht op dit voordeel! Meestal wordt afgesproken dat verkoper dit voordeel krijgt. Deze bijzonderheid moet overigens dan wel uitdrukkelijk in de onderhandelingen aan de orde komen.